Desintegratiestoornis van de kinderleeftijd
Kinderen met deze aandoening ontwikkelen zich de eerste twee jaar (of langer) van hun leven normaal, maar voor het tiende levensjaar raken ze eerder opgedane vaardigheden op het gebied van taal, sociaal gedrag, communicatie en motoriek weer kwijt. Verder gaan ze beperkt, repetitief of stereotiep gedrag vertonen. In enkele opzichten vertoont de aandoening overeenkomsten met het syndroom van Rett.
1. Een duidelijk normale ontwikkeling gedurende ten minste de eerste twee
jaar na de geboorte, zoals blijkt uit de aanwezigheid van bij de leeftijd
passende verbale en non-verbale communicatie, sociale relaties, spel en
aanpassingsgedrag.
2. Aanzienlijk verlies van voorheen verworven vaardigheden (voor het tiende
jaar) op ten minste twee van de volgende terreinen:
* taal (spreken en luisteren)
* sociale vaardigheden en aanpassingsgedrag
* zindelijkheid voor urine en ontlasting
* spel
* motorische vaardigheden
3. Afwijkingen in het functioneren op ten minste twee van de volgende
terreinen:
* kwalitatieve beperkingen in sociale interacties (bijvoorbeeld
beperkingen van het non-verbale gedrag, er niet in slagen relaties met
leeftijdgenoten te ontwikkelen, gebrek aan sociale en emotionele
wederkerigheid)
* kwalitatieve beperkingen van de communicatie (bijvoorbeeld
achterstand in of afwezigheid van gesproken taal, onvermogen een
gesprek met anderen te beginnen of te onderhouden, stereotiep en zich
herhalend taalgebruik, afwezigheid van fantasiespel ['doen-alsof'-
spelletjes]
* beperkte, zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag,
belangstelling en activiteiten, waartoe ook behoren motorische
stereotypieën en maniërismen.
Kinderen met deze aandoening ontwikkelen zich de eerste twee jaar (of langer) van hun leven normaal, maar voor het tiende levensjaar raken ze eerder opgedane vaardigheden op het gebied van taal, sociaal gedrag, communicatie en motoriek weer kwijt. Verder gaan ze beperkt, repetitief of stereotiep gedrag vertonen. In enkele opzichten vertoont de aandoening overeenkomsten met het syndroom van Rett.
1. Een duidelijk normale ontwikkeling gedurende ten minste de eerste twee
jaar na de geboorte, zoals blijkt uit de aanwezigheid van bij de leeftijd
passende verbale en non-verbale communicatie, sociale relaties, spel en
aanpassingsgedrag.
2. Aanzienlijk verlies van voorheen verworven vaardigheden (voor het tiende
jaar) op ten minste twee van de volgende terreinen:
* taal (spreken en luisteren)
* sociale vaardigheden en aanpassingsgedrag
* zindelijkheid voor urine en ontlasting
* spel
* motorische vaardigheden
3. Afwijkingen in het functioneren op ten minste twee van de volgende
terreinen:
* kwalitatieve beperkingen in sociale interacties (bijvoorbeeld
beperkingen van het non-verbale gedrag, er niet in slagen relaties met
leeftijdgenoten te ontwikkelen, gebrek aan sociale en emotionele
wederkerigheid)
* kwalitatieve beperkingen van de communicatie (bijvoorbeeld
achterstand in of afwezigheid van gesproken taal, onvermogen een
gesprek met anderen te beginnen of te onderhouden, stereotiep en zich
herhalend taalgebruik, afwezigheid van fantasiespel ['doen-alsof'-
spelletjes]
* beperkte, zich herhalende en stereotiepe patronen van gedrag,
belangstelling en activiteiten, waartoe ook behoren motorische
stereotypieën en maniërismen.